Ga naar de inhoud

Boek Hoor jij wat ik hoor? van Paula Hijne

  • door

 

Boek Hoor jij wat ik hoor? van Paula Hijne – een review

Paula Hijne beschrijft het boek ‘Hoor jij wat ik hoor?’ op invoelbare wijze haar persoonlijke weg met tinnitus, met sterke passages over herkenning, verlieservaring en het zoeken naar houvast in dagelijkse situaties. Tegelijkertijd vermengt het boek persoonlijke meningen met feitelijke informatie, zonder duidelijke aansluiting bij de gangbare wetenschappelijke inzichten. Daardoor is niet altijd helder wat voortkomt uit persoonlijke ervaring en wat overeenkomt met wat binnen de wetenschap als algemeen geaccepteerde kennis over tinnitus wordt gezien. Die wisselende balans maakt dat het boek op sommige punten waardevolle herkenning biedt, maar op andere momenten verwarring kan oproepen wanneer men het leest als informatiebron over tinnitus. In deze review komen zowel de sterke elementen van haar verhaal als de punten waar nuance ontbreekt of wetenschappelijke duiding had kunnen helpen, aan bod.

boek hoor jij wat ik hoor Paula Hijne

Waarom boeken als deze snel misverstanden kunnen wekken

Bij tinnitusboeken die ervaringsverhaal en informatie combineren, ligt verwarring snel op de loer. Wanneer eigen ervaringen en meningen naast feitelijke informatie worden gepresenteerd zonder expliciete duiding, kunnen lezers aannemen dat uitspraken breder gelden dan bedoeld. Bij gezondheidsinformatie is dat effect nog sterker, omdat veel lezers houvast zoeken in inzicht, verklaring of mogelijke richting. Juist daarom is een helder onderscheid tussen persoonlijke indrukken en onderbouwde kennis essentieel. In dit boek is dat onderscheid soms minder duidelijk. Hijne geeft zelf aan dat ze haar mening deelt, maar in het boek worden die meningen soms gepresenteerd in een context waarin lezers ze gemakkelijk kunnen opvatten als algemene of deskundige conclusies.

Persoonlijk en invoelbaar geschreven

Het boek is meer dan een ervaringsverhaal. Hijne verweeft haar persoonlijke geschiedenis met achtergrondinformatie over geluid, het gehoor, tinnitus, definities en cijfers. Dat levert context op, maar sommige stukken zijn te uitgebreid, zoals de opsomming van definities en prevalentiecijfers. De onduidelijkheid daarover had kort benoemd kunnen worden, zodat de leesflow behouden blijft.

Het spiralenmodel en de rol van zelfhulp

Het spiralenmodel vormt een herkenbare metafoor voor terugkerende patronen van spanning en ontspanning. Het sluit goed aan bij ervaringen van veel mensen met tinnitus. Tegelijkertijd is het geen model voor zelfhulp. Hijne heeft het boek zeker ook niet als zodanig bedoeld. Het spiralenmodel blijft vooral een persoonlijke manier om haar proces te verbeelden en speelt geen leidende rol in de informatieopbouw. Hoewel hoofdstuk 9 enkele handvatten noemt die kunnen helpen bij het omgaan met tinnitus, is ook dat deel niet primair bedoeld als zelfhulpdeel. Ook dit hoofdstuk blijft dicht bij persoonlijke ervaring van de auteur.

Vraagtekens bij stelling dat tinnitus niet is te genezen

Hijne bespreekt de veelgehoorde uitspraak dat tinnitus niet te genezen is. Zij stelt dat deze uitspraak niet klopt, omdat tinnitus soms kan verdwijnen wanneer een achterliggende oorzaak behandelbaar is. Denk daarbij aan een oorprop of een oorontsteking. Dat het in deze zeer specifieke gevallen te verhelpen is omdat er een aanwijsbare oorzaak ligt, betekent echter niet dat de algemene stelling onjuist is. In het merendeel van de gevallen is er geen behandelbare oorzaak weg te nemen en blijft de tinnitus bestaan. Doordat deze bredere context ontbreekt, kan haar conclusie dat de uitspraak “tinnitus is niet te genezen” niet klopt, voor lezers verwarrend zijn. Genezen is simpelweg meestal niet mogelijk omdat tinnitus een symptoom is en geen ziekte. Maar daar lijkt Hijne het ook niet mee eens te zijn.

Is tinnitus een ziekte of symptoom?

In het hoofdstuk over de vraag of tinnitus een ziekte is, verwijst Hijne naar de website On-gehoord, waar prof. dr. Bart Vinck toelicht dat tinnitus geen ziekte is maar een symptoom. Hijne trekt die redenering vervolgens in twijfel en suggereert dat er, als tinnitus geen ziekte is, ook geen ‘tinnituspatiënten’ zouden kunnen bestaan. Dat is een onjuiste gevolgtrekking. Veel klachten die geen ziekte op zichzelf zijn, zoals pijn of koorts, kunnen wél leiden tot patiënt-zijn wanneer de lijdensdruk, beperkingen of medische zorgvraag groot zijn. Dat geldt ook voor tinnitus: het feit dat het geen ziekte is, sluit niet uit dat mensen patiënt zijn door de gevolgen ervan.

Daarnaast stelt Hijne dat de term ‘chronische tinnitus’ dubbelop is, omdat tinnitus volgens haar pas tinnitus is wanneer het blijvend is. Dat is niet in lijn met de definities die zij zelf elders in het boek zelf presenteert. Tinnitus kan tijdelijk zijn, spontaan verminderen of verdwijnen na behandeling van een onderliggende oorzaak. De medische definitie vereist geen chronisch verloop: tinnitus verwijst uitsluitend naar de waarneming van een geluid zonder externe bron, ongeacht de duur. Ook op dit punt staat de redenering minder stevig.

Persoonlijkheidsfactoren en psychologische aspecten

Hijne bespreekt persoonlijkheidskenmerken zoals perfectionisme en controlebehoefte, en stelt dat emoties geen oorzaak van tinnitus kunnen zijn en uitsluitend een reactie vormen op de klachten. Dat weerspiegelt haar persoonlijke ervaring, maar laat de bredere onderzoekscontext buiten beschouwing.

Onderzoek laat zien dat mensen met langdurige tinnitus gemiddeld andere persoonlijkheidstrekken laten zien dan controlegroepen, zoals verhoogde emotionele belasting, prikkelbaarheid, sociale gerichtheid en type-D-kenmerken. Deze trekken veroorzaken tinnitus niet direct, maar kunnen wel tot mentale overbelasting leiden en zo indirect bijdragen aan het ontstaan ervan. Dat is in lijn met het model van neuropsycholoog Olav Wagenaar. Daarnaast beïnvloeden deze factoren ook hoe iemand met tinnitus omgaat en hoeveel last hij of zij ervaart. Omdat deze context ontbreekt, blijft het beeld te beperkt.

Begrippen stress, persoonlijkheid en emoties lopen soms door elkaar

In het boek lopen verschillende concepten geregeld door elkaar, zoals stress, emoties en persoonlijkheidstrekken. Hijne stelt bijvoorbeeld dat persoonlijkheidskenmerken geen rol spelen bij het ontstaan van tinnitus, maar koppelt diezelfde kenmerken later wel aan stress, overbelasting en grenzen stellen. Ook beschrijft zij emoties uitsluitend als gevolg van tinnitus, terwijl zij ze elders als onderdeel van het proces benoemt. In wetenschappelijke modellen worden deze factoren juist duidelijk onderscheiden: persoonlijkheidstrekken bepalen hoe iemand stress ervaart, langdurige stress kan het brein gevoeliger maken voor tinnitus, en emoties spelen niet alleen een rol als gevolg van tinnitus maar kunnen in sommige gevallen ook een trigger zijn. Doordat deze begrippen niet scherp van elkaar worden gescheiden, ontstaan redeneringen die minder stevig zijn.

Emoties en neuropsychologische inzichten

Hijne verwijst naar een citaat van Beerlandt en geeft aan zich niet te herkennen in diens symbolische duiding. Toch gebruikt zij dit fragment als vertrekpunt om haar visie op emoties uit te werken, waarbij zij stelt dat emoties geen oorzaak van tinnitus kunnen zijn. Dat staat op spanning met neuropsychologische modellen waarin stress, burn-out of rouw op zichzelf een voldoende voorwaarde kunnen zijn voor het ontstaan van tinnitus — ook zonder (ge-)hoor- of lichamelijke problemen. Deze factoren beïnvloeden via stress- en arousalsystemen hoe het brein signalen verwerkt en filtert.

Dat staat ver af van de psychodynamische betekenisduiding van Beerlandt, waarin tinnitus wordt verbonden aan ‘innerlijke strijd’ of ‘niet naar jezelf luisteren’. Doordat deze verschillen niet worden benoemd, kunnen lezers denken dat beide soorten verklaringen even plausibel kunnen zijn.

Alternatieve verklaringsmodellen zonder afbakening

Hijne bespreekt meerdere alternatieve verklaringen, waaronder meridianen, Germanische Geneeskunde en de nervus vagus. Hoewel zij sommige theorieën afwijst, blijft de afbakening tussen speculatieve en wetenschappelijke modellen onvoldoende helder. Bij de nervus vagus is het van belang te weten dat stimulatie alleen in experimentele context wordt onderzocht. De recent gepresenteerde voorlopige resultaten van het Delft Tinnitus Device waarbij via de tragus de nervus vagus wordt gestimuleerd laten bijvoorbeeld zien dat het effect per persoon sterk verschilt en dat dit geen standaardbehandeling is. Er is ook geen bewijs dat dagelijkse overprikkeling van de nervus vagus spontaan tinnitus veroorzaakt.
Ten aanzien van meridianen geldt dat deze geen anatomische basis hebben en dat er geen overtuigend bewijs is dat verstoringen ervan tinnitus kunnen veroorzaken.

Boekenlijst zonder duidelijke selectie

Het boek kent ook een overzicht van boeken over tinnitus, maar de kwaliteit van die boeken verschilt. Zonder toelichting kan de indruk ontstaan dat alle genoemde bronnen even bruikbaar zijn. Zo staat ook Tinnitus. Er is iets aan te doen van Sandra Posthumus in de lijst, terwijl dat boek aantoonbare redeneerfouten en onjuistheden bevat, zoals eerder uitgebreid op Hoorzaken is besproken (lees meer).

Richtlijnen en behandelingen blijven vaag

Hijne noemt behandelingen en bronnen die een rol speelden bij de ontwikkeling van de tinntusrichtlijn, maar legt niet uit wat de richtlijn daadwerkelijk adviseert. Daardoor kan het lijken alsof de genoemde interventies onderdeel van de aanbevelingen zijn, terwijl ze slechts zijn beoordeeld. Belangrijke punten zoals het schrappen van TRT en de bewezen effectiviteit van cognitieve gedragstherapie blijven onvermeld (lees meer).

Wat het boek waardevol maakt

Ondanks de kritiekpunten biedt Hoor jij wat ik hoor? waardevolle herkenning en emotionele steun. Hijne brengt goed onder woorden wat tinnitus in het dagelijks leven kan betekenen en welke impact het heeft op werk, relaties en mentale draagkracht. Voor veel lezers zal dat herkenning en rust geven.

Voor feitelijke verdieping of behandelkeuzes is aanvullende literatuur nodig, maar als persoonlijk verhaal is het boek oprecht en krachtig.

Slotbeschouwing

Hoor jij wat ik hoor? is een warm en betrokken boek dat veel herkenning biedt. Als ervaringsverhaal is het sterk en invoelbaar. Als informatiebron is het minder consistent door het wisselen tussen mening, ervaring en feitelijke informatie. Lezers die herkenning zoeken vinden veel waarde; wie goed onderbouwde kennis zoekt, heeft andere en/of extra bronnen nodig.

Klik hier om het boek te bestellen